Bij de subsidieroute dienden veldpartijen (zo noemen we instellingen of ondernemingen) een eigen voorstel in en hadden zij recht op subsidie als het voorstel gehonoreerd wordt. De spelregels en de berekeningswijze van de subsidiehoogte zijn geregeld in de subsidieregeling. Na subsidieverlening kon het plan direct uitgevoerd worden.
Bij de departementale route dienden de departementen juist een voorstel in. Veldpartijen konden, als dat wenselijk was, eventueel betrokken worden door een departement bij de ontwikkeling van het voorstel. Als de activiteiten van de betreffende veldpartij(en) passen in een voorstel, dan is het mogelijk dat die activiteiten werden opgenomen in het voorstel van een departement. Voorwaarde is dan wel dat dit een noodzakelijk en onlosmakelijk onderdeel vormde van de departementale activiteiten in het kader van het voorstel. Een veldpartij kreeg géén rechtstreekse bijdrage uit het fonds. Het betreffende departement ontving het geld vanuit het fonds na het honoreren van het voorstel door de adviescommissie met instemming van de ministerraad en het parlement. Het departement bepaalde vervolgens de spelregels en eventuele subsidies. Het departement was én blijft verantwoordelijk voor het realiseren van het voorstel.